Zaterdag 6 oktober 2018
Modena - Guiglia 30km (1636km totaal) Als twee sierpaardjes liggen we op zaterdagmiddag om 5 uur met schoongewassen haartjes op de met roze hartjes bekleedde deken, op bed. De kamers van dit hotel uit 1986 hebben nog lakens en dekens inplaats van dekbedden. Ik vraag me af waarom men het vroeger allen zo had en plots verving voor dekbedden, en wat dan beter is? Er hangt een door ons gefabriceerd waslijntje voor de verwarming die de kleine kamer goed verwarmt. En alhoewel het vies weer is vandaag is het totaal niet koud. Daarom staan de balkondeuren open voor frisse lucht. Niet milieuvriendelijk, wel goed voor de was. Eco-friendly waren we toch al niet met al die kleine, plastic verpakkingen, plastic bestek, zakjes, tasjes etcetera. We hebben een rustdag-met-verplaatsing gehad. 30 hele kilometers van Modena naar Guiglia, dorpje dat zich bevindt op een berg. Jazeker, we zijn vandaag vast begonnen aan de kruin van de Appenijnen, om het morgen gemakkelijker te maken eraan te beginnen. Voor deze reis hadden we nog nooit van deze gebergten gehoord eerlijk gezegd. Het is niet te bevatten wat je allemaal leert op zo'n reis, nondedju. Het voelt heerlijk om weer binnen te mogen slapen. Bedankt liefste Oma! Voor ons arme-net-afgestudeerden zou vaak in hotels slapen niet te betalen zijn. Terwijl hier (in de bergen) geen campings meer open zijn. Daarom nogmaals een diepe buiging naar de sponsoren! We voelen ons bevoorrecht dat we vanmorgen lekker laat rond een uurtje of 11 uit Modena konden vertrekken en nu weer een vrije middag hebben. Het geeft ons tijd om boodschapjes te doen. Morgen is het tenslotte zondag en is alles dicht. Ik krijg het voor elkaar om bruin brood (is niet gebruikelijk hier) te bestellen terwijl mevrouw achter de toonbank en ik elkaar niet verstaan. Helemaal onderaan in een hoekje weggemoffeld heeft ze dan toch 'pane integrale' liggen. Wat volkorenbrood betekent, leert ze mij. Bij de apotheek vraag ik om toothpaste, shampoo en 'If girls have their period?' We moeten toch maar eens aan Italiaanse lessen beginnen. Maar de aardige apotheker is al positief verrast als ik hem gedag kan zeggen in zijn moedertaal. De Italianen zijn vrolijke en trotse wezentjes. Ze zijn niet bang je aan te spreken. Of je nou in een café naast ze zit of ze je voorbij rijden op hun glimmende mountainbikes. Ze zijn oprecht nieuwsgierig en geïnteresseerd en vragen zich hardop af waar je in godsnaam heen gaat in hun prachtland. Vol ongeloof zijn ze als je ze vertelt van Holland met bicicletta (fiets) naar de hoofdstad te reizen. Deze mensen zijn veel meer Italiaans dan wij Nederlands zijn. Geef ze eens ongelijk, ze hebben een prachtig land, erfgoed, tradities, wijngaarden, warme zomers, voortreffelijk eten, een mooie taal en mooie mensen. Het leven is er eenvoudig maar simpel. Wat heb je nog meer nodig dan brood, wijn, kaas, familie aan een lange tafel onder de nazomerzon, buiten op je terras met uitzicht over de koeien en wijngaarden. Het ruikt er naar haardvuur en wasgoed dat buiten aan een lijntje te drogen hangt. Hier zijn geen drogers of andere luxe apparatuur nodig, geen producten die je denkt nodig te hebben voor onvervulde behoeftes bedacht door marketeers. Als ik een jochie met zijn opa zie lopen en hoor praten in die mooie taal, ben ik lichtelijk jaloers op hem. Hij hoeft geen moeite te doen deze taal te leren, hier ooit heen te verhuizen en te integreren, hier zichzelf toch niet helemaal thuis te voelen omdat hij er niet zou horen, geen familie heeft of zich niet welkom voelt. Nee, hij zal hier wonen, werken, trouwen en kinderen krijgen. Die hij dan trots verhalen vertelt over hun grootouders, over de stad of het land. Zoals drie-sterrenchef Massimo Bottura (uit Modena) zegt 'Mijn bloed is azijn en mijn spieren Parmigiano.' Hij is trots op de producten van zijn geboorteland en haalt alle inspiratie voor zijn gerechten uit herinneringen aan zijn cultuur. Hoe zijn oma pasta uitrolde terwijl hij onder de keukentafel zat. Stiekem snoepte hij van haar handgemaakte ravioli. De aflevering over zijn restaurant Osteria Francescana van de Netflix serie Chefs Table was altijd al mijn lievelings. Toen we gisteravond zenuwachtig langs zijn zaak liepen zien we koks de keuken in en uitlopen om aan de andere kant van een steegje het magazijn in te duiken. We zien een lelijk, strak, roze gebouw met gouden Michelin plakkaten aan de deur. Een groepje toeristen met een Engelse gids staat voor het restaurant, allen chique gekleed. Wij maken vlug een foto en maken dan dat we wegkomen. Op tv was het toch een stuk romantischer. Hotel Restaurant La Lanterna (de lantaarn)
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurIn 2018 fietsten wij (Lotte en Roos) naar Rome. ArchivesCategories |