Zaterdag 29 september 2018 Tirano - Albosaggia 35km (1178km totaal) Het is zaterdagavond en dat merk je, het restaurant loopt aardig vol om acht uur. Het is een familiebedrijf en in trek bij de locals, in ieder geval vanavond. De serveerster van eind twintig loopt haar benen onder haar lijf vandaan. Aan de lange tafel naast ons hebben familieleden van de eigenaren iets te vieren. Daar zit ook mama bij die ons vanmiddag naar haar douche wees. Soms staat zij even op om de vrouw in de bediening te helpen. Ze serveren gerechten met vlees, kaas en boter van eigen land. De andere ingrediënten van onze pasta komen ook niet ver hier vandaan. Haar zoon en tevens boer vertelde me vanmiddag dat hun koeien op de berg grazen en gedurende bepaalde tijd verder naar beneden worden gebracht. Hij wijst, 'Daar op die heuvel, zie je? Dat stuk zonder bomen.' Ik tuur in de verte en zie inderdaad, heel ver, heel hoog, tussen twee andere stukken Alp in, een open vlakte maar veel te ver om een koe te spotten. Er gaat het een en ander aan dit moment vooraf, voordat we hier aan een bord pasta zaten in, ja je raad het al, Italië! Waar we de enorme gastvrijheid al hebben mogen proeven. Die ochtend namen we vanuit Chur de trein naar Tirano. We besloten het heftigste deel van de Alpen vanuit de coupé van de mooiste treinrit van Europa mee te willen maken en het beklimmen van de Bernina- of Splügenpas te bewaren voor later. Anders hebben we niks meer te doen als we de ANWB leeftijd hebben bereikt. Het is een pracht-rit die doet denken aan de Droomvlucht. Met dennenbos beklede bergen, op het hoogste punt sneeuw dat gesmolten naar beneden stroomt in meren zo blauw als de zee op een kindertekening. En na die rit staan we plots op het station in Italië. Na Italië gevierd te hebben met cappuccino en gilato stappen we op de fiets, kijken of we het niet verleerd zijn. Het gaat hier gelukkig nog een beetje bergafwaarts. Het voelt raar en fijn om in Italië te zijn. Zo plots. Na Nederland, België, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Lichtenstein dan nu het beloofde land. Verder gaan we niet. Nouja nog een kleín stukje dit land in dan. Maar geen grens meer over. Onwennig maar vrolijk zweven we via het fietspad door het Valtellina dal langs rivier de Adda richting Comomeer, dat we morgen willen bereiken. We zullen tot Sondrio gaan vandaag en we weten dat daar geen campings zijn, maar we hebben genoeg rust gehad dus in Tirano blijven is geen optie. Mijn fiets en ik moeten aan dit landschap wennen waar de heuvels zich om elke hoek heftig maar kort, aandienen en de wortels en scheuren eigenwijs door het wegdek komen. Fiets (met zijn dunne bandjes) wordt onzeker van alle mountainbikes die voorbij komen, ik fluister hem toe dat hij dit kan. Bij een picknickbank helpt een Italiaan ons zoeken naar een kampeerplek. Hij belt stad en land af maar tevergeefs. We zijn veel te fit voor een hotel dus besluiten we een boer op te zoeken die ook aan Agriturismo doet. Misschien heeft hij 2m2 gras over voor ons. Hoewel hij eigenlijk alleen kamers verhuurt, hoeft de boer niet lang na te denken. We kunnen douchen, kamperen, eten én drinken op zijn erf. Het is een prachtplek met een uitzicht over de vallei van Albosaggia. Op het terras drinken we onze eerste Italiaanse rode wijn en wanneer het frisser wordt verplaatsen we ons naar binnen in het restaurant van deze lieve mensen. Eigenlijk is een dag niet te voorspellen maar vanmorgen hadden we stiekem gehoopt op een slaapplek bij de boer, ook wilde we graag wijn drinken en pizza eten (pasta telt ook). We hoopte op een avontuur en leuke ontmoetingen. Eén dag in Italië en we kregen het allemaal. Boerderij & restaurant: https://www.stellaorobica.it/en-gb/ristorante
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurIn 2018 fietsten wij (Lotte en Roos) naar Rome. ArchivesCategories |